Bels Lijntje

Het Bels Lijntje

Het Bels Lijntje was één van de meest veelbelovende projecten in de Belgisch-Nederlandse grensstreek in het tweede deel van de 19e eeuw. De stad Turnhout wilde graag een directe spoorlijn met Tilburg. De spoorlijn moest in een internationale treinenroute van Amsterdam naar Parijs opgenomen worden.

De eerste trein tussen Turnhout en Tilburg reed in 1867. Voor het goederenvervoer was de spoorverbinding erg belangrijk, want de Tilburgse textielbaronnen konden nu veel eenvoudiger hun kolen uit Wallonië halen. In het begin reden er dagelijks dan ook maar 2 of 3 personentreinen. De spoorverbinding kreeg tegen de eeuwwisseling een extra impuls met een heus internationaal grensstation: Weelde Statie genoemd. Er kwam een prachtig station met een overdekt perron, wachtzalen en een restaurant. Met gekleurde tegels werd de grens aangegeven. De reisbiljetten konden in franken en guldens betaald worden.

Midden op de heide ontstond er een dorp, want er moesten huizen komen voor de treinmannen en de douaniers. Door de eerste wereldoorlog en de daarop volgende economische crisis werden het grensstation en het Bels Lijntje niet het succes dat verwacht werd. De spoorverbinding tussen Turnhout en Tilburg kon geen plek bemachtigen op de internationale spoorkaart zodat in 1934 het doek viel.

Nadien reden er nog wel eens speciale treinen over het spoor met aan boord bv. voetbalsupporters. Ook koningin Wilhelmina en prinses Juliana gebruikten het spoor toen ze een bezoek aan België aflegden. Tussen 1973 en 1984 tufte een zware stoomlocomotief over het spoor als toeristische attractie. Daarna behoorde het karakteristieke geluid van de stoomlocomotief definitief tot het verleden. Maar niet getreurd, want van het huidige fietspad op het tracé tussen Turnhout en Tilburg genieten jaarlijks tienduizenden recreanten niet op de laatste plaats door de schitterende natuur langs het traject.

Weelde-Statie

Met de aanleg van het Bels Lijntje werd Weelde-statie uit de grond gestampt, een dorp op zich met huisjes, een kerkje en een schooltje. Ook werd er een statige locomotiefloods gebouwd en waren er quarantainestallen die samen met het enorme perron, Weelde-statie een ongekende grootsheid gaven. Van deze grootsheid blijft niet meer over dan hier en daar een verstopt huisje en het 250m lange perron.

Tussen 1867 en 1973 vervoerden deze treinen ondermeer 'stadsbeer', kalk, assen en steenkool. Op het emplacement ontwikkelde zich tengevolge van kalk-, as- en steenkoolresten een typische plantengroei. In de zomer valt vooral de aparte kruidenvegetatie op. Wanneer u over het 'Bels lijntje' fietst - de spoorbedding heeft plaats gemaakt voor een prachtig fietspad - kunt u in de zomer zeldzame vlindersoorten voorbij zien fladderen.